VVOJ 2024: Theorieën en manieren om ‘het’ anders te doen
![Uitgelichte afbeelding van VVOJ 2024: Theorieën en manieren om ‘het’ anders te doen](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/smush-webp/2024/11/signal-2024-11-20-113145_006-edited-768x512.jpeg.webp)
Waarheid en vertrouwen. Dat waren wel de twee kernthema’s van de VVOJ-Conferentie 2024 (Vereniging van Onderzoeksjournalisten) die op 15 en 16 november in De Doelen in Rotterdam werd gehouden. ‘Onverschrokken de nieuwe wereld in’, is het motto voor de onderzoeksjournalistiek vanaf nu. Koppel dit aan de vele sessies over het vertrouwen van het publiek krijgen, jongeren vasthouden door shortform, data analyseren en online-communities en de EU onderzoeken en je kan stellen dat de 500 deelnemers van deze uitverkochte conferentie bepakt en bezakt met inspiratie het nieuwe jaar in gaan.
Zo ook de lectoraatsleden en aanwezige studenten. Want hoewel we heel trots zijn op onderzoekers Jessy de Cooker en Anne Lisa Giesen die zeker veertig onderzoeksjournalisten vertelden over hoe je AI op een transparante en kritische manier inzet in onderzoeksjournalistiek vertellen we je in dit artikel vooral wat wij uit de VVOJ hebben gehaald aan insights, highlights en praktische tips.
Laat de (wan)hoop niet varen
“De diepgravende vrije journalistiek gaat een moeilijke politieke toekomst tegemoet”, stelde VVOJ-voorzitter en redactiechef van De Groene Amsterdammer Evert de Vos tijdens de plenaire opening. Hij vreest dat de prachtige onderzoeken mogelijk in een zwart gat gaan vallen door een ‘so what-cultuur’ in de politiek. Toch geeft hij de hoop niet op, want ‘goedkope meningen worden geprefereerd, maar de onderzoeksjournalistiek is het tegengif’. Hiermee zette hij een sfeervolle toon voor de hele conferentie. Want hoewel in de gangen en zalen de zorgen rondom de toekomst van de journalistiek te horen waren, klonk overal ook een vastberadenheid om tegengas te bieden. Zo ook bij student Adaja Unlandt.
De journalistieke opdracht: vertroebelt of kraakhelder?
Door Adája Unlandt
Zelf vraag ik me steeds vaker af: voor wie werken we eigenlijk als journalist? Voor onszelf, voor elkaar, of voor de maatschappij om de waarheid aan het licht te brengen? Dit voelt soms als een fundamentele vraag, zeker in een tijd waarin veel redacties nog steeds lijken te draaien om het publiceren van de volgende grote scoop of het verslaan van de concurrentie. Dat is waar kranten vandaag de dag nog steeds de meeste tijd aan spenderen. Maar hoe zit het dan met de grotere verantwoordelijkheid om het publiek te informeren en te verbinden?
Vooral één vraag bleef na de opening van de conferentie hangen: ‘Hoe zorgen we ervoor dat de waarheid het grote publiek bereikt?’ Ieder jaar wordt er een essay gepresenteerd, dit jaar geschreven door onderzoeksjournalist Lise Witteman (Follow The Money): ‘Brussel en de waarheidsvertroebelaars’ (download en lees dat essay!). Ze neemt ons daarin mee in haar onderzoek naar de Farm to Fork-strategie van de Europese Unie en hoe deze plannen soms bewust worden beïnvloed door lobbyisten, waardoor de waarheid naar de achtergrond verdwijnt.
Haar verhaal maakt indruk, juist omdat het niet alleen gaat over het blootleggen van schandalen, maar over de journalistieke opdracht om complexe onderwerpen helder en toegankelijk te maken. Het essay zet me aan het denken: als zelfs beleidsstukken die onze toekomst vormen vaak ‘vertroebeld’ raken, wat betekent dat dan voor onze rol als journalist? En belangrijker nog: hoe zorgen we ervoor dat het grote publiek niet alleen toegang heeft tot de waarheid, maar het ook begrijpt?
![](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/smush-webp/2024/11/Image-1-edited.jpeg.webp)
Killing the journalist, won’t kill the story
Maar het blootleggen van schandalen en uitleggen van complexe verhalen, zoals corruptie, milieu en cybersurveillance, is niet altijd zonder gevaar. Sinds 1992 zijn er al 1350 journalisten vermoord. Dat is waar Laurent Richard zijn verhaal mee begon. Hij startte Forbidden Stories. Een initiatief dat ervoor zorgt dat het verhaal altijd verteld wordt, ook wanneer de journalist het zwijgen is opgelegd door gevangenzetting of moord. Daarnaast hebben ze een online kluis ontwikkeld, waar onderzoeksjournalisten hun research in opslaan, zodat informatie gedeeld kan worden met andere onderzoeksjournalisten. Het doel van Forbidden Stories: zorgen dat mensen toegang hebben tot kritische informatie en de democratie versterken. Niet alleen is desinformatie volgens Richard een bedreiging voor de democratie, maar ook voor de onderzoeksjournalistiek.
“You get trust by doing trustworthy things.”
Veel van de VVOJ-sessies gingen over het omgaan met al die verzamelde informatie om zo misinformatie te bestrijden en de macht te controleren. Alles om de status van de journalistiek als vierde macht waar te maken. Volgens Laurent Richard was het 25 jaar geleden nog cool om een journalist te zijn. Tegenwoordig zwijgt hij op feestjes met veel onbekenden over zijn beroep, deels omdat mensen journalisten zijn gaan zien als vijanden van het volk. Het vertrouwen dat journalisten vanuit een open vizier goed omgaan met informatie en daar een op waarheid gebaseerd verhaal uithalen moeten we terugwinnen.
Meer weten over het werk van Forbidden Stories? Bekijk de Tegenlicht-aflevering over het initiatief hier.
Journalism is for the people, not for journalists
Door Alka Anna Goos
Deze krachtige woorden sprak Shirish Kulkarni aan het einde van zijn sessie ‘People powered journalism’. Een belangrijk motto dat terugslaat op een statement dat Kulkarni aan het begin van zijn sessie maakte: “We are on a fundamental tipping point of journalism. We need people to believe in us.” Om dit te doen, heeft hij een eigen Theory of Change die begint bij het herzien van ons bestaansrecht.
![](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/smush-webp/2024/11/WhatsApp-Image-2024-11-20-at-11.24.46-edited.jpeg.webp)
“Everything we do has to be around rebuilding trust.” Onze houding richting het publiek moet volgens Kulkarni echt veranderen. “Start about thinking what skills communities have, instead of asking yourself what’s wrong with them. Let them tell us what they think and feel. Work with them as equals.”
Volgens Shirish is het niet gek dat het vertrouwen weg is en steeds meer mensen het nieuws mijden. We dumpen traumatische verhalen en laten ons publiek hopeloos achter: “Here’s a very shitty thing, good luck with it.” Daarom pleit hij ervoor dat we niet kijken naar de ‘user needs’, maar ‘user motivations’. “What’s in it for them? What value does it have for them? Instead of what’s in it for me. You get trust by doing trustworthy things.”
Dat geluid hoorde je ook terug in de break-out sessie ‘Building trust with audiences: journalist and newsroom perspectives’. Journalist Kasper Goethals (De Standaard) erkende daarin ook dat het veld in gaan, praten met mensen, onder de mensen zijn, bij ze zitten, naast ze staan, erg belangrijk is. Niet alleen om een vertrouwensband op te bouwen, maar ook om hun zorgen en kritiek mee te nemen de redactie op. De manier waarop we werken en te werk gaan is steeds belangrijker aan het worden.
“Het zou een goed idee zijn als je als journalist af en toe zegt: ik weet het (nog) niet.”
Over die manier van werken zie je gedurende de conferentie een duidelijke scheiding als het gaat over de journalistieke aanpak. Waar de een gelooft dat feiten het antwoord zijn, denkt de ander dat het over emoties moet gaan. Tijdens deze sessie zag je dat verschil ook tussen Wubby Luyendijk (leidinggevende onderzoeksredactie NRC Handelsblad) en professor Delia Dumitrica (Digital activism/political communication Erasmus Universiteit).
Wubby maakt zich zorgen over het politiek maken van ieder onderzoek dat naar buiten komt. Voor haar zijn de feiten erg belangrijk in die strijd. Het transparant delen van gebruikte bronnen en volledig inzicht geven in het tot stand komen van het verhaal, is haar manier om de waarheid te laten winnen van politieke claims. Dumitrica denkt daar net iets anders over. Het publiek kan tegenwoordig ontzettend kritisch zijn en verhalen van media naast elkaar leggen ter vergelijking. Daardoor ligt volgens de onderzoeker het vertrouwen op de weegschaal. “Facts do not change minds. We go to reason, but it’s not always about reason and logics.”
Meer weten? Alle panelleden namen met elkaar een korte podcastserie op:
Neutraliteit > Objectiviteit
Door Esmee Staals
Ook discussieerden journalisten samen met NPO-ombudsman Margo Smit over de balans tussen neutraliteit en activisme op de redactie. Ze namen de term ‘objectiviteit’ onder de loep en vervingen dit voor ‘neutraliteit’, omdat iedere journalist keuzes maakt die het verhaal inkaderen, zoals de invalshoek of beeldselectie. Vooral jongere journalisten in de sessie gaven aan dat activisme kan, zolang de feiten centraal staan.
Anderen benadrukten dat journalisten neutraal moeten blijven om hun geloofwaardigheid te waarborgen. De ombudsman gaf een belangrijke tip: wees transparant. Laat je publiek zien welke keuzes je maakt, welke bronnen je raadpleegt en op welke feiten je je baseert. Door je publiek mee te nemen in dit proces versterk je het vertrouwen. Of door soms aan te geven dat we als journalisten ook geen experts zijn, stelt Smit: “Het zou een goed idee zijn als je als journalist af en toe zegt: ik weet het (nog) niet.”
Dat nog niet weten, is namelijk logisch als je nagaat hoe moeilijk het kan zijn om tot informatie te komen. Door samen te werken en samen ervaringen uit te wisselen kunnen journalisten elkaar helpen om een weg te vinden in deze zoektocht, zag Jessy de Cooker in twee verschillende sessies.
Gedeelde smart is halve smart?
Door Jessy de Cooker
Informatie zoeken is geen kunst, maar de juiste informatie vinden wel, en de goede methode om is vaak de heilige graal. Want: Hoe vind je de uitgang in het datadoolhof dat het internet heet? Datajournalist Ada Homolová (o.a Follow The Money) deelde in haar sessie de belangrijkste bronnen van waardevolle EU-data – van aanbestedingsdatabases tot manieren om lobbyorganisaties te monitoren – en vertelde hoe ze die bak informatie inspiratie biedt voor onderzoeksverhalen. Opvallend: Nederland is op het gebied van datatransparantie een van de mindere kinderen van de klas. De presentatie van Ada (met alle databases) is hier in te zien en kan je mogelijk richting geven.
“Je zoekt naar meer bewijs en meer informatie die je weer richting geeft om vérder te speuren.”
Want, wat is er veel, en wat kan je diep gaan als je (online-)onderzoek doet. “Je zoekt naar meer bewijs en meer informatie die je weer richting geeft om vérder te speuren en weer meer data te verzamelen,” wordt geopperd in de OSINT-sessie van Brecht Castel (Knack) en Samuel Verschoor (freelance onderzoeksjournalist voor o.a. De Groene Amsterdammer) over hun onderzoek naar rechtsextremistische fightclubs. Altijd je informatie dubbelchecken en zorgen dat je meerdere bewijsstukken hebt om een claim te onderbouwen. De tip: werk samen en deel alle bevindingen in een groepsapp en kweek zo wat gezonde competitie én bundel je leads overzichtelijk (bijvoorbeeld met de netwerktool Aleph). Zo breng je methode in je research en raak je de weg niet kwijt in het datadoolhof.
Verhalende data
Door Harmen Groenhart
In de sessie ‘Datajournalistiek verhalend maken’ zetten Coen van de Ven en Emiel Woutersen hun bevindingen uiteen over hun datajournalistieke werk. Dat heeft de naam droog, zakelijk en weinig levendig te zijn. Hun vraag: hoe bedrijf je verhalende journalistiek met datajournalistieke methodes? Een boeiende sessie, doorspekt met anekdotes over samenwerkingen, de rol van leidinggevenden en het spitten in data. Het was allemaal zo onderhoudend dat we de rode draad wat uit het oog verloren. Pas aan het eind stelde Adája de terechte vraag waar je nou op moet letten bij het verhalend maken van data. Hun antwoord: Wees niet bang om heel veel onderzoekswerk te beperken tot één zinnetje met feiten die je op tafel hebt gekregen. De rest besteed je aan duiding, context en invulling van betrokkenen. Wat betreft verhaallijn: zorg dat je de behoefte opwekt bij de lezer, door prikkelende vragen of het opwerpen van verontwaardiging of zelfs mysterie. En dan ineens, ‘plop’, is daar jouw dataset met het antwoord. Ter relativering had Coen ook nog een boodschap voor de opleidingen: “De belangrijkste journalistieke vaardigheid is niet produceren, maar vragen stellen.”
Allemaal leuk en aardig al die interessante, inhoudelijke en inspirerende sessies, maar hoe maak je nu echt contacten op zo’n grote conferentie met allemaal bekende journalisten? Anne Lisa Giesen deelt hieronder haar tips & tricks om (ook) een connectiekoning (m/v/x) te worden.
Van netwerk-noob tot connectiekoning
Door Anne Lisa Giesen
Tijdens elke conferentie is het onofficiële post-conferentieprogramma ongeveer nét zo belangrijk, of misschien zelfs belangrijker dan het reguliere schema vol panels, workshops en inspo-sessies. Het échte werk begint tijdens de borrel, tijdens het netwerken. En dat kan best intimiderend zijn. Waar de ene persoon door de ruimte van persoon naar persoon fladderen als tweede natuur heeft, duikt de ander in diens schulp bij de gedachte. Zelf val ik ook niet in de eerste categorie, maar heb het netwerken mezelf wel aangeleerd.
Tip 1: Durven is trainbaar
Net als in de journalistiek bestaat een groot deel van netwerken uit “durven”. En dat is trainbaar. Vaak hebben conferenties een app of website waarin je kan aangeven welke sessies jij gaat bezoeken. Deze apps zijn niet alleen handig maar ook stap één in je netwerkplan. Je kunt namelijk van tevoren zien wie er aanwezig gaat zijn. Staan er mensen tussen die je interessant vindt? Goed! Zet ze op een lijstje en verzamel wat info over hun werk of zet wat vragen op een rij. Dat kunnen namelijk fijne gespreksopeners zijn en een houvast voor jou om het gesprek gaande te houden.
Tip 2: Interesse is een compliment
Wees niet geïntimideerd. Bedenk dat het een groot compliment is als jij iemand kent van diens werk en het daar graag over wil hebben. Vaak voelen mensen zich ontzettend gevleid en praten ze maar wat graag met jou. Als je het lastig vindt om in je eentje op iemand af te stappen, vraag dan vooral een collega, vriend of studiegenoot om je bij te staan. Twee houden een gesprek nog beter gaande dan één.
Tip 3: Je e-mail is je failsafe
Mocht je helemaal stilvallen of dichtslaan: ook niet gevreesd. Je kunt altijd zeggen dat je nog wat vragen had, maar dat je er even niet meer op komt. Dan kan je namelijk vervolgens vragen of jullie contactgegevens kunnen uitwisselen. Zo onthouden ze jou én kan je ze vanuit het comfort van je bureaustoel nog eens een mailtje sturen met vervolgvragen.
Tip 4: Sneeuwbaleffect
Hoe vaker je mensen aanspreekt, hoe lager de drempel wordt. Écht waar. Voor je het weet, heb je er plezier in. En hoe groter je je netwerk uiteindelijk maakt, hoe makkelijker het netwerken wordt. Iemand die jij niet kent, is misschien wel een bekende van je netwerk en kan jou weer aan diegene voorstellen. Zo gaat het balletje al snel rollen en voor je het weet ben jij degene die mensen aan elkaar voorstelt! Happy networking!
Volgend jaar wordt de VVOJ-Conferentie in Leuven georganiseerd. Het lectoraat van Fontys Journalisiek steunt – net als alle hbo’s journalistiek – de conferentie en we zien het belang voor de onderzoeksjournalistiek ervan in. Het is een vereniging van, voor en door journalisten. Voel je je aangesproken? Jij kan ook als student voor een gereduceerd tarief lid worden, meer informatie en praktische tips krijgen over onderzoeksjournalistiek en evenementen bijwonen. Meer weten over de VVOJ en over de studentenlidmaatschappen? Dat kan hier.
![](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/smush-webp/2024/02/IMG_1739-scaled-1-375x562.jpg.webp)
Alka Anna Goos
a.goos@fontys.nl
![](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/uploads/2024/10/Anne-Lisa-3-375x562.jpg)
Anne Lisa Giesen
al.giesen@fontys.nl
![](https://ontwerpenaandejournalistiek.fhj.nl/wp-content/smush-webp/2024/02/FJ-Lectoraat-Jessy-MBS-1-375x562.jpg.webp)