Slimmer is beter? Journalistieke perspectieven op de Smart City
Hoe wordt de ‘smart city’ besproken in de Nederlandse media? Welke toekomstbeelden domineren, welke perspectieven hebben journalisten op het onderwerp, en zijn er verschillen tussen nationale en regionale berichtgeving? Media analist Jeroen de Vos onderzoekt in het kader van SIA Raak Moral Smart City de berichtgeving in Nederlandse kranten op vier toekomstperspectieven die helpen deze vragen te beantwoorden.
De smart city is een verzamelnaam voor technologieën die in de stad met elkaar communiceren. Denk aan zelfrijdende auto’s, slimme meters in de meterkast, camera’s met agressiedetectie, of stoplichten die nooddiensten voorrang geven. De term bestaat al zo’n 20 jaar en promoot efficiëntie en frictieloosheid. Toch kent het ook zijn kritiek: de definitie is onsamenhangend en de term ‘slimme technologie’ verhult commerciële dataverzameling, surveillance, gebrekkige inspraak en digitale exclusie.
Het eerste wat opvalt, is dat er vanaf 2019 een scherpe daling in media-aandacht te zien is. Tijdens de coronajaren 2020 en 2021 verloor de smart city aandacht, ondanks de rol van slimme technologie in bijvoorbeeld QR-codes, de CoronaMelder en rioolmetingen. Na een opleving in 2022 blijkt de term in 2023 nauwelijks nog gebruikt te worden. Dit betekent niet dat de technologie verdwijnt – integendeel. Sensoren en dataverzameling groeien gestaag, maar het gesprek verschuift meer naar algoritmen en AI.
Daarnaast is er een opvallend verschil tussen berichtgeving in nationale en regionale kranten. Terwijl beiden over het onderwerp schrijven (197 van de 383 artikelen zijn gepubliceerd in regionale dagbladen), schrijven nationale dagbladen vaker vanuit een bredere maatschappelijke context, waar regionale kranten vaak korter en meer beschrijvend rapporteren.
Vier journalistieke perspectieven
Om de perspectieven van journalisten op smart cities te analyseren, zijn scenario-archetypen uit wetenschappelijk onderzoek toegepast (Fergnani & Jackson 2019). Deze archetypes beschrijven vier verschillende basis perspectieven in de berichtgeving (zie ook het kader ‘over dit onderzoek’ onderaan dit artikel). Hieronder de perspectieven in volgorde van voorkomen:
1. Doorgaande groei: “Het wordt beter”
Het meest gebruikte basis perspectief, vooral in het Financieele Dagblad, is optimistisch. Deze artikelen benadrukken innovatie, groei en de rol van het bedrijfsleven. Denk aan verhalen over Toronto als tech-voorbeeldstad, ’slimme’ reclameborden, of de belofte van duurzame smart cities in Indonesië. Botsingen met privacy en inspraak worden erkend, maar worden niet als onoverkomelijk gezien.
2. Beheersing: “Het moet beheersbaar”
Het tweede dominante perspectief draait om controle en regelgeving. Interessant genoeg splitst dit zich in twee richtingen: het beheersbaar maken ván technologie (privacy, datagebruik) en beheersing dóór technologie (watermanagement, energieverbruik). Hier zie je regelmatig spanning tussen technocratisch denken en maatschappelijke waarden.
3. Transformatie: “Het moet anders”
Het minder voorkomend, maar misschien wel constructiefste perspectief focust op verandering. Deze artikelen werken vanuit handelingsperspectief, en gaan vaak over participatie, leren en samenwerking. Ze argumenteren voor een wethouder digitalisering, putten inspiratie uit concepten als de donuteconomie of de ‘15-minuten stad’, en verwijzen naar praktijkvoorbeelden in steden als Helsinki.
4. Verval: “Het wordt slechter”
Het kritische en minst gehoorde geluid komt van journalisten die waarschuwen voor de gevaren van de smart city. Ze verwijzen vaak naar ‘worst practices’ zoals surveillance in China en Saoedi-Arabië. Ook samenzweringstheorieën rond 5G en de ‘tri-state’ komen hier aan bod. Nationale kranten als Trouw en het Reformatorisch Dagblad zijn hier prominenter in.
Een beter debat
Waarom verdwijnt de term ‘smart city’ uit het publieke debat terwijl de technologieën toenemen, en wat zegt dit over de rol van taal en framing? Welke stemmen en perspectieven komen niet of weinig aan bod? (denk aan burgers, kritische experts, mensen die digitaal minder vaardig zijn). De uitdaging is om voorbij de simplistische voor- en tegenargumenten te komen die nu vaak de boventoon voeren. Onze bevindingen tonen aan dat de discussie over smart cities in de Nederlandse media gedomineerd wordt door optimistische en controlerende perspectieven. Dit suggereert dat er ruimte is voor meer kritische en transformerende geluiden in het publieke debat. Experimenteren met verschillende journalistieke vormen kan helpen technologische ontwikkelingen begrijpelijk te maken zonder de complexiteit tekort te doen. De regionale journalistiek kan als geen ander dit gesprek dichter bij de burger brengen.
Jeroen de Vos is media-onderzoeker bij lectoraat Ontwerpen aan de Journalistiek, hij is te bereiken via j.devos@fontys.nl.
Over dit onderzoek
In het kader van het SIA Raak Moral Smart City onderzoek is onderzocht hoe journalisten schrijven over de ‘smart city’. Voor deze analyse zijn alle artikelen verzameld die tussen 2019 en 2023 in Nederlandse dagbladen zijn gepubliceerd en waarin deze term voorkomt. Dominante perspectieven zijn in kaart gebracht door 383 unieke artikelen uit 98 Nederlandse dagbladen te verzamelen via Nexis Uni. Deze krantenbank bevat de meeste grote landelijke dagbladen en recente jaargangen van regionale kranten, met uitzondering van enkele titels zoals Omroep Brabant, 1Twente en DUIC. De codering van de artikelen is uitgevoerd met behulp van ChatGPT en handmatige validatie, waarbij scenario-archetypen uit wetenschappelijk onderzoek (Fergnani & Jackson 2019) als uitgangspunt zijn gebruikt. Deze archetypen zijn ontwikkeld op basis van een metastudie naar gebruik van taal om toekomstperspectieven te beschrijven. Ze dienen tevens als basis voor het formuleren van nieuwe scenario’s. De volledige dataset is beschikbaar op aanvraag bij de auteur.
Jeroen de Vos
j.devos@fontys.nl